VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Op kerstavond 2020 was daar opeens een verlossend akkoord tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK). De scheiding heeft plaatsgevonden zonder het schadelijke no-deal-scenario. Dat is winst voor mensen aan beide kanten van het Kanaal. De financiële markten lijken echter vergeten tijdens de onderhandeling over de Brexit-deal. Daardoor is er veel onzeker voor Nederlandse beleggers die gebruikmaken van dienstverlening vanuit het VK. Een overzicht van de huidige situatie.

De Brexit-deal is een handels- en samenwerkingsovereenkomst. Dat betekent dat beide partijen allerhande behoorlijk gedetailleerde regels hebben vastgesteld voor diverse sectoren en verschillende onderwerpen. Het is een soort raamwerk. Daardoor zijn overeengekomen regels voor marktdeelnemers uit het VK in alle lidstaten van de EU gelijk, behoudens uitzonderingen. Dat geldt echter niet voor de financiële markten. Daarvoor is maar een betrekkelijk beperkt raamwerk gecreëerd, wat betekent dat voor iedere EU-lidstaat andere, zeer specifieke, voorwaarden kunnen gelden. Een voorbeeld hiervan is dat alleen als het VK toestaat dat Italiaanse beleggers meer dan 49 procent in een uitgeverij in het VK mogen bezitten, Italië onder dezelfde voorwaarden toestaat dat beleggers uit het VK meer dan 49 procent in een Italiaanse uitgeverij mogen bezitten. Dit is een beperking voor beleggers op een wel heel bijzonder onderwerp. En zo zijn er meer afzonderlijke regelingen.

Geen equivalentie
Dergelijke afzonderlijke regelingen komen door het ontbreken van een equivalentie-bepaling: daarin worden de regels voor de financiële markt van het VK gelijkwaardig geacht aan de Europese regels. Een aanbieder die voldoet aan een van beide kan dan in allebei de markten actief zijn.

Het VK heeft al besloten deze status aan de EU te geven. Europese financiële instellingen kunnen dus wel actief zijn op de Engelse markt zonder een nieuwe vergunning aan te vragen. Andersom is dat nog niet het geval. Er vinden hierdoor vier belangrijke veranderingen plaats waarvan de gevolgen merkbaar zijn voor Nederlandse beleggers:

1. Het EU-paspoort voor beleggingsdienstverlening is komen te vervallen. Dat is de reden dat bijna alle Engelse brokers en vermogensbeheerders een vergunning in een EU-Lidstaat hebben aangevraagd. Zonder zo’n vergunning mogen ze geen nieuwe beleggers aantrekken of handelen. EU-lidstaten die daarbij in trek zijn: Ierland, Luxemburg en Nederland. Dit vanwege de bestaande flexibele financiële regelgeving of het fiscale regime. Vooralsnog kun­nen bestaande klanten nog wel via een dienstverlener uit het VK beleggen. Ook productontwikkelaars hebben een vergunning in een EU-lidstaat moeten aanvragen om alsnog een paspoort te krijgen. Het is voor de Nederlandse belegger met een broker in het VK zaak de portefeuille door te lichten om te bezien of nog steeds in alle producten kan worden gehandeld.

2. Er is een scherp onderscheid ontstaan bij de bewaring van effecten. De bescherming van beleggingen van cliënten verloopt via bewaarbedrijven en depotbanken. Dit is niet iets waar een belegger elke dag mee te maken krijgt, maar wat in het systeem van beleggingstransacties, eigendom en beleggersbescherming zeer relevant is. Zowel in de EU als in het VK is dit nauwgezet wettelijk geregeld. Echter, waar het voorheen niet uitmaakte waar de bewaring plaatsvond, is dat nu wel zo. Beleggen via een UK-broker in een Europees beleggingsfonds kan tot moeilijkheden leiden omdat thans alleen rechtspersonen met statutaire zetel in de EU als bewaarder van activa van Europese beleggingsfondsen kunnen optreden. Het verhaalsrecht op zo’n beleggingsfonds loopt dan ook via het Europese rechtssysteem. Als een beleggingsfonds uit het VK geen EU-bewaarder heeft, zullen portefeuilles wellicht herbelegd moeten worden. Op dit moment is het Engelse recht, alhoewel gebaseerd op een volledig ander rechtssysteem, nog wel in lijn met het Europese recht. De Engelse wetgever en toezichthouder onderzoeken echter of aanvullende maatregelen ter bescherming van beleggers in het VK nodig zijn. Dat kan vergaande implicaties hebben.

3. Brokers en vermogensbeheerders hebben hun Europese klanten vanuit het VK grotendeels overgezet naar EU-accounts. Dat heeft echter tot gevolg dat de dekking onder het beleggingscompensatiestelsel daalt. Een Nederlandse belegger die bij een broker of vermogensbeheerder in het VK cliënt was, had onder het UK Financial Services Compensation Scheme een bescherming van zijn vermogen tot 85.000 Britse pond. Als het een Amerikaanse aanbieder betrof met een licentie in het VK bestond er ook bescherming onder de US Securities Investor Protection Corporation. Denk daarbij bijvoorbeeld aan alle platforms die vallen onder de Amerikaanse aanbieder Interactive Brokers. Die compensatieregelingen zijn niet langer van toepassing. In plaats daarvan zal het Europese beleggerscompensatiestelsel het belegd vermogen beschermen tegen verlies van 20.000 euro. Nederlandse beleggers doen er verstandig aan bij hun Engelse beleggingsdienstverleners te controleren onder welk regime zij vallen.

4. Handelsplatforms in het VK worden niet meer erkend door de EU. Daardoor zijn Europese beleggers verplicht om te handelen via Europese beurzen voor de handel in Europese aandelen die in euro’s genoteerd zijn. Voor handel in aandelen die niet in euro’s genoteerd zijn kan de handel nog wel in het VK plaatsvinden, maar vanwege het belang van liquiditeit, efficiëntie en afwikkeling van transacties is het niet uitgesloten dat die handel ook uit het VK zal vertrekken. In de eerste dagen van 2021 verplaatste meer dan de helft van de aandelenhandel zich uit het VK. Dat handelsvolume neemt nog steeds toe. Dan gaat het iedere dag om ruim 6 miljard euro in aandelentransacties. Uit marktdata-analyse blijkt dat sinds de jaarwisseling de spreads op de Europese beurzen 2 procent kleiner zijn geworden. Het percentage van zichtbare aandelenhandel, de zogenoemde 'lit trading', is sindsdien gestegen met ruim 1 procent. Hieruit blijkt dat de transparantie op de Europese beurzen stijgt en weerspiegelt een positief effect voor beleggers want alhoewel de percentages wellicht laag ogen, gaat het wel om miljoenen euro's aan lagere kosten en betere prijzen. De aandelenhandel is via EU-platforms van CBOE en de London Stock Exchange in Amsterdam neergestreken. Dit komt omdat Amsterdam een uitzonderlijke goede digitale infrastructuur heeft en veel handelaren hier gevestigd zijn. Nederlandse beleggers hoeven zelf geen maatregelen te nemen. De uitvoering van orders en de afwikkeling van transacties lopen geen extra risico vanwege de Brexit-deal.

Toekomst
Doordat een no-deal-scenario lang voorlag, hebben beleggingsdienstverleners zich kunnen voorbereiden op een harde Brexit. De landing is door de Brexit-deal wat zachter, maar er blijven complicaties en witte vlekken in de regelgeving bestaan. Equivalentie is de kortste weg naar duidelijkheid voor beleggers. Beide partijen hebben afgesproken dat uiterlijk in maart 2021 opnieuw wordt gesproken over equivalentie en samenwerking op het gebied van financiële regelgeving. European Investors-VEB is een voorstander van equivalentie vanwege de noodzakelijke beleggersbescherming die daarvan uitgaat en zal die boodschap blijven uitdragen als de partijen weer om tafel gaan.


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap